donderdag 25 juli 2013

Dag van de apostel met een rouwrand

Fisterra - Muxia 31 km     donderdag 25 juli 2013

Tja, het is vreemd verder te gaan met deze weblog en te schrijven over alledaagse leuke dingen en ergernissen tijdens het wandelen terwijl het openbare leven om me heen volledig beheerst wordt door de treinramp. In de natuur - die vandaag overvloedig aanwezig was - merk je er natuurlijk niets van, maar zodra je in de bewoonde wereld komt staat daar TVE of TV Galicia aan die de hele dag non stop berichten over de treinramp met veel overschakelen naar de reporters ter plaatse op  'la zona zero'. En dat nog wel op de naamdag van onze apostel. Ik heb  begrepen dat men ook in Santiago de feestelijkheden heeft afgelast.

Maar enfin, ik neem aan dat de media in Nederland ook uitvoerig over deze tragedie berichten, dus van mij nu zoals gebruikelijk het  wandelnieuws.

Gisteravond lekker gegeten in het kleine cafe aan de haven in Fisterra. Nog even prettig gesproken met Marina en Nicolas en hen een goede thuisreis gewenst.

Het kleine cafe aan de haven


Slenter ik vervolgens terug naar mijn hostal, word in ingehaald (naar schatting met een snelheid van 6 km/h) door een dame met een pizzadoos in haar hand. "Gwennyth", roep ik haar na. Zonder haar pas in te houden, roept ze over haar schouder dat ze op weg is naar de 'shop round the corner before it is closed' en twee seconden later verdwijnt ze inderdaad om de hoek mijn leven uit.
Ik moet zeggen dat ik toch wel even van slag ben door deze botte manoeuvre. We hebben twee halve dagen samen met elkaar gelopen en éen dag samen met Pierre. We hebben twee keer samen gegeten. Onder het lopen hebben we vrij over van alles gepraat, en ook dingen met elkaar gedeeld die je thuis niet aan je vrienden zou vertellen, maar wel op de camino omdat je weet dat de kans groot is dat je elkaar na deze reis nooit meer zult zien.
Hoewel ik het me niet persoonlijk aantrek,  raakt deze botheid me. Niet dat ik nog verder contact wilde. Aan het eind van de dinsdagmorgen werd wel duidelijk dat ons samenzijn haar uiterste houdbaarheidsdatum ging naderen., dus ik heb haar toen met drie kussen bedankt voor haar gezelschap. Dat je elkaar daarna nog wel eens tegenkomt is nu eenmaal inherent aan de camino, maar dan hoef je niet ineens te doen alsof ik een lastig insect ben waar je vanaf moet. Maar zoals mijn vaste commentatrice een paar dagen geleden schreef: waar mensen zijn wordt gemenst'. Met deze wijze woorden sluiten we het hoofdstuk Gwennyth maar af (hoewel het vandaag nog een klein staartje kreeg).

Laatste blik op Praixa de Lagostera (zie blog van woensdag)

Regen en mist als ik 's morgens uit Fisterra vertrek.  Het is ook meteen een stuk rustiger, de hele morgen zie  ik geen enkele pelgrim. De gele pijlen zijn ook een stuk minder talrijk en als ze er al zijn, heeft men ze met veel water in de verf geschilderd. Vlak buiten Fisterra is er een zessprong zonder pijlen. De keuze wordt nu wel heel lastig, dus er zit niets anders op dan op een huisvrouw te wachten die terugkeert van het boodschappen doen om de weg te vragen. Na 10 minuten arriveert zo iemand.

Vage pijlen, links naar Muxia, rechts naar Fisterr


Veel bospad door leeg landschap. De zee is nooit ver weg en je hoort het ruisen der golven. Er is ook maar éen bar op het hele traject, maar wel precies halverwege (dat wel natuurlijk).

De zee is nooit ver weg

Als ik aan mijn tortilla zit, komen daar de drie gezellige Italiaanse dames aan. "Allora, bella ragazzi," roep ik  en met zo'n begroeting kun je bij Italiaanse dames van middelbare leeftijd niet meer stuk.
Tegen Federica (de enige van het stel  die behoorlijk Engel spreekt) vertel ik het verhaal van Gwynneth. "Ja," zegt Federica, "ik vond het meteen al een vreemde vrouw, helemaal niet Amerikaans en ook totaal niet bij jou passen. Ik vond al dat jullie het nog lang met elkaar uitgehouden hebben" Tja, buitenstaanders hebben soms een scherpere blik dan jezelf ( en nu is dit hoofdstuk echt afgesloten).

Antonella, Federica en Nicci

Hoewel ik geniet van het alleen lopen (lekker in je eigen tempo) is het middaggedeelte behoorlijk zwaar. Er moet volgens het boekske een 'monte' van 210 m beklommen worden. Op zich niet zo hoog, maar de start is wel vanaf zeeniveau (dus nul). Het eerste gedeelte gaat nog wel, maar als ik eenmaal op 135 m hoogte ben, duurt het nog kilometers eer ik op 145 m ben. Ik ga zelfs denken dat de gps stuk is. De zon is inmiddels gaan schijnen en het zweet gutst uit de porien.  Uiteindelijk bereik ik de top op 260 m (dus 50 hoger dan volgens mijn boekske, foei John Brierly). Dan blijkt het ook nog een dubbele top te zijn. Aandelenbeleggers die aan technische analyse doen, weten dat na een dubbele top meestal een daling volgt en gelukkig blijkt dit in de natuur ook zo te zijn.

De laatste kilometer van deze camino

Uitgeput bereik in eindelijk Muxia waar het hotel nog eens helemaal ver in het dorp blijkt te zijn. en ook nog 'completo'. Ik vraag een alternatief en men stuurt mij terug naar een hotel aan het begin van het dorp (blijkbaar gemist).
Ik heb niet de puf helemaal terug te lopen en vraag op goed geluk bij een restaurant of ze soms kamers hebben. En dat hebben ze zowaar. De kokkin neemt me mee naar een dependance enkele straten verder en ze bied zelfs aan mijn was te doen (ja, daar komen ze op de laatste dag mee).

Bij de 'concello' nog even een mooie 'Muxiana' gehaald, het evenbeeld van de 'Compostela' en vervolgens op bed gaan liggen. Te moe om te slapen, pijnscheuten schieten door benen en heupen, dus het bezoek aan het Sanctuario en de Pedra da Abalar zal voor morgen zijn.

Om kwart voor elf schijnt er een bus vanaf bar 'Noche y dia' naar A Coruna te vertrekken waar ik om tien uur des avonds een vlucht naar Barcelona heb (en zaterdag om 7 uur een vlucht naar Amsterdam).

Tijd genoeg dus voor d'n blog. Hopelijk leest u de laatste loodjes met me mee.

Nog een toemaatje voor de vaste volgers. Ziet u dat zwarte stipje boven de horizon? Herkent u die vogel?









2 opmerkingen:

  1. ¡Hola André! Je zal het me niet euvel duiden als dit berichtje aan de korte kant is. De sfeer vandaag in Santiago was onbestemd en vreemd. enkel de hoogmis werd opgedragen en voor de rest nada. Beno belde me. Er liepen enkel wat verdwaalde toeristen rond en velen wisten nergens van. Jij hebt vandaag wel je sporen verdiend en dit niet alleen in het lopen. Gelukkig kreeg je gezelschap van de drie Italiana's. Dit kon de pijn verzachten. Nu lig je wellicht al in een Muxiaans bed en als je morgen nog even naar het woeste strand gaat, wil je mijn groeten overbrengen aan de zee en de stenen boot. En ik heb hem herkend in het hemelse blauw! Een goed voorteken! Nog een laatste bolle notjes in Galicië. Morgen een Catalaanse blog?
    ¡ Ultreya !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo André,

    Dank je wel voor je verhalen en vertellingen. Ik heb weer genoten van je beschrijvingen, je foto's, en ook van mijn eigen herinneringen aan de plekken waar ik in 2006 geweest ben. Herkenning schept verbondenheid. Zo heb ik ook overnacht op de camping aan Playa de Estorde, waar ik een bijzondere ontmoeting had met een jongen die me kennis heeft laten maken met een milieu waar ik tot dan toe nauwelijks iets van wist. Een dag later ook een Muxiana afgehaald, na een uur zwerven door en rond Muxia, op zoek naar mijn fietshelm die na een bezoek aan een winkel van mijn fiets was verdwenen . . . .
    Slapen ik de plaatselijke sportzaal, waar ik er achter kwam, dat snurkers in een volle refugio erg kunnen zijn, maar dat zes slapers in een grote, vrijwel lege holle ruimte ook niet alles is.

    Mij viel op dat vrouwen (weer) de overhand hebben in de ontmoetingen die je beschrijft, terwijl er volgens de statistieken toch meer mannen dan vrouwen pelgrimeren. Maar . . . deze keer laat niet iedere vrouw eenzelfde liefdevolle herinnering achter. Ook al zocht je de warme koestering van het relationele op, je komt op de weg naar het einde van de wereld soms toch van een kouwe kermis thuis. La peregrinación es como la vida.

    Tenslotte: zou de vreemde vogel aan de horizon dichterbij komen of vliegt hij met zijn korte gekromde tenen weg, steeds verder westwaarts, ultreia et suseia. Dios sabe.

    Jos E.

    BeantwoordenVerwijderen