vrijdag 2 maart 2012

Van Parker pen tot przwalsky paard


De mist hing over het polderland. Heel het leven leek grijs.
Zullen we eigenlijk nog wel gaan fietsen? vroeg de penningmeester, kunnen we er niet beter een contemplatieve dag van maken?
Een dag van de spiritualiteit, begreep de secretaris.
Dat wel natuurlijk, zei de penningmeester die van spiritualiteit net zo veel verstand had als de secretaris van transitorische posten op de balans.


Na een korte gedachtewisseling besloten onze beide pelgrims toch maar te gaan fietsen. Een secretaris en een penningmeester op de fiets, momenten in je leven die het waard zijn gememoreerd te worden. Die komen nooit meer terug.
Daar verlieten onze beide helden de Rendierstraat. De penningmeester op zijn ferme randonneur en de secretaris op zijn frêle racefietsje hetgeen hem al meteen op voorsprong bracht.
In de Bloemenbuurt ontdekte de secretaris dat hij zijn camera was vergeten. Met groot verzet (53x17 voor de connaisseurs) spoedde hij zich terug naar de faunabuurt om zijn voor de weblog onmisbaar attribuut op te halen, terwijl de penningmeester een sur place uitvoerde waar Jan Derksen (beroemd baanrenner uit de jaren vijftig) jaloers op geweest zou zijn.

De prepelgrimage voerde deze dag door de Oostvaardersplassen naar Lelystad en via de dijk weer terug naar Almere. We gaan eerst naar een uitzichtspunt waar je een zeearend kunt bespieden, kondigde de penningmeester aan.
Leuk, antwoordde de secretaris die buiten de buurvrouw in de badkuip nog nooit iets had bespied.
Helaas bleek de mist het nest aan het oog te onttrekken.
Jammer, zei de penningmeester.
Ja, zei de secretaris vlak. Het leek hem helemaal niet leuk bespied te worden en eigenlijk gunde hij die arend wel een dagje privacy.


Voorts ging het weer, nu langs de Przwalsky paarden. Uit Polen, legde de penningmeester uit.
Moeten we die dan niet aangeven bij het PVV-meldpunt? vroeg de secretaris die graag schertst.
De penningmeester hoorde het al niet meer. Terwijl de secretaris een foto van de paarden maakte, fietste zijn medepelgrim stug door.
Dat werd weer buffelen op de 53x17. Hijgend kwam hij weer bij de penningmeester aan.

Kijk ganzen, wees de penningmeester. Dat zijn heel sociale dieren, die vliegen altijd in een v-vorm om elkaar uit de wind te houden.
Als in een waaier, begreep de secretaris die weliswaar vroeger een matig wielrenner was, maar altijd bij de buis zat om de voorjaarsklassiekers te volgen.
Ja, en als er eentje niet kan volgen, wachten ze op elkaar.
Daar zou de penningmeester een voorbeeld aan kunnen nemen, mompelde de secretaris die was afgestapt om een foto te maken. De penningmeester was al weer een stip op de horizon.
De secretaris moest de longen uit zijn lijf fietsen om weer bij te komen.

 Foto: penningmeester als stip op de horizon

Er stak een eland over.
Mooi hè, zei de penningmeester.
Ja, beaamde de secretaris, daar zou Sonja een lekkere pan rendiersoep van kunnen maken.
Nee, antwoordde de penningmeester, die niet alleen in de faunabuurt woonde, maar ook een flinke kennis ter zake bleek te hebben. Een eland is geen rendier. Het rendier (Rangifer tarandus) is het huisdier van de toendra en wordt door de nomaden van de toendra's van Europa en Azië als zodanig gehouden.
Terwijl de secretaris die informatie in zich opnam was de penningmeester er al weer vandoor. De secretaris begon zich steeds meer aan het gedrag van de penningmeester te ergeren.



Bij een wildhek haalde hij hem pas weer in.
Kijk daar vliegt de zeearend, zei de secretaris terwijl hij naar de lucht wees.
Waar ik zie niets?, antwoordde de penningmeester.
Met een snelle beweging haalde de secretaris zijn Parker pen uit zijn achterzak waarmee hij vlug de derailleur van de penningmeester ontregelde.



Ik heb me zeker vergist zei de secretaris waarna de beide broeders weer vertrokken.
Met nauwelijks verholen leedvermaak zag de secretaris hoe de penningmeester nog maar langzaam vooruitkwam, omdat zijn ketting om de paar trappen een keer oversloeg.
Zeker modder tussen de derailleur meende de penningmeester. Hij stopte om een stokje te pakken waarmee hij zijn ketting begon schoon te maken.
De penningmeester stapte weer op. Het euvel bleek nog steeds niet verholpen.
Zal ik eens kijken?, bood de secretaris schijnheilig aan.
Maar dan moet je daarna niet steeds wegfietsen als ik een foto maak.
Dat is goed, antwoordde de penningmeester.
In een oogwenk was het euvel verholpen.
Dat heb je handig gedaan, zei de penningmeester bewonderend, hij fietst weer als vanouds.
Ja, maar goed dat ik nooit zonder mijn Parker pen van huis ga, antwoordde secretaris.



Als beloning zal ik je een gebouwtje laten zien dat ook in de PowerPointpresentatie van Peter Post zat tijdens zijn lezing over de sacrale velden op de wetenschappelijke conferentie, beloofde de penningmeester.
Paul Post, verbeterde de secretaris, Peter Post was een bekend baanrenner uit de jaren zestig.

Over een modderig pad bereikten ze het gebouw dat dienst deed als informatiecentrum.
Past in het totaalconcept van natuurbeleving, legde de penningmeester uit.
Pardon, zei de secretaris die een hekel had aan trendy taalgebruik, maar van zichzelf vond dat hij qua spiritualiteit zeg maar best wel goed bezig was.
Dat wel natuurlijk, antwoordde de penningmeester die niet zo goed begreep wat de secretaris bedoelde, maar het vervelend vond dit te laten blijken.



En zo reden beide prepelgrims vredig in volkomen harmonie met elkaar en de omgeving terug naar de faunabuurt in Almere waar Sonja beide helden weer fêteerde op een bordje overheerlijke rendiersoep.




Het was weer een leerzame prepelgrimsdag. Benieuwd wat onze apostel de volgende keer voor onze pelgrims in petto heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten