donderdag 25 september 2014

Al final, la catedral

Bijna altijd was er wel ergens een weg in de buurt, maar vandaag ging de camino een stuk over onverharde paden door heuvelachtig gebied waar je alleen het fluiten van de vogels en het ruisen van de bergbeken  hoorde.
Het voetpad eindigde echter 5 km voor het centrum van Santiago abrupt op een industriegebied. Groter kon het contrast niet zijn. En vandaar werd het ook niet meer mooi. 5 km todo recto tot de kathedraal. Het aardige is dat ik nog nooit op deze manier Santiago ben binnengekomen. Door de Rua San Francisco die langs Los Reyes Catolicos het plein op komt.

Op het zonovergoten plein voor de kathedraal was het druk. Een Spaanse man en een vrouw vragen hoe het mij en de Duitse gaat. Ik denk dat ze het over Antje hebben, maar pas later realiseer ik me dat ik ze vorige week vrijdag op mijn eerste dag heb gezien toen ik vroeg of je als voetganger over de brug over de baai van Ferrol mocht. Die Duitse was dus niet Antje maar Maria. Enfin, even leuk langs elkaar heengepraat.

Enkele mij bekende hostals zitten vol. Voor de zekerheid nog even langs La Tita in de Rua Nova geweest (herken je dit nog broer Bas?) en die hadden zowaar plaats. Voor 20 euro per nacht in het centrum van Santiago dus je kunt niet zeggen dat ik het geld over de balk gooi. Verschil alleen is dat ik twee jaar geleden met mijn broer een tweepersoonskamer had met uitzicht op straat. Nu zit ik in een soort bezemkast aan de achterzijde met een klein kijkgaatje naar buiten. Als er brand uitbreekt zit je als een rat in de val, maar daar moet je maar niet aan denken.

Een beetje te zuinig geweest met bagage meenemen. Oplader van de fotocamera thuisgelaten en er verschijnt al een dag een waarschuwingslampje dat de batterij bijna leeg is. De oude vrouw in de Rua do Vilar bij wie ik altijd mijn compostela laat plastificeren weet raad, voor 3 euro wil ze de batterij wel opladen. Hopelijk is de stroom opgewekt door een van die windmolens die je steeds meer ziet en is het geen windhandel.

En dan toch nog een klein mirakel. Bij aankomst in Santiago moet ik altijd aan mijn vader denken. Hij heeft mijn eerste camino nog meegemaakt (hij belde me toen elke dag op mijn mobiel, wat niet zo mijn idee was van de wijde wereld intrekken, maar ik dacht toen al: er komt een tijd dat ik denk: belde hij nog maar elke dag). Zoals de meesten van u  wel weten, rijd ik in de auto van mijn vader, een Peugeot 505, die inmiddels in Europa praktisch uitgestorven is. Als ik er 1 keer per jaar 1 op de weg zie rijden is het veel. Vandaag bij het binnenlopen van Santiago kwam me een Peugeot 505 tegemoet.

Enfin, tot zover de blog voor vandaag. Morgen een dag in Santiago. Dan zal ik ook even langs de Armen Klaren wandelen om ze te bedanken voor de laatste 2 dagen zonneschijn.
En  terwijl ik dit schrijf komt ineens It is raining again van Supertramp uit de geluidsboxen. Dit was mijn caminolied van 1999, toen het ook vooral regende.

Hoe dan ook, morgen een blog met de evaluatie van de afgelopen camino.  Nu eens zien of ik de hoofdpersonen van de afgelopen week op de Plaza Obradoiro tref.



woensdag 24 september 2014

Dos apostolos y un cervecero

Madre mia, dos apostolos y un cervecero, roept de hospitalero van Hospital de Bruma uit als ik bij het inschrijven uitleg dat mijn naam (Andres Jacob) verwijst naar 2 apostelen, maar dat uit mijn achternaam blijkt dat ik ook graag bier drinkt.
Maar helaas, er is geen bar in Hospital de Bruma (en ook geen wifi, vandaar geen blog gisteren).

De man in het bed tegenover me komt me bekend voor. Dat kan kloppen, het is Luc Holsters uit Mechelen, lid van de Raad van Bestuur van het Vlaams Compostelagenootschap. Luc heeft de camino del Norte gelopen, maar was iets te vroeg in Santiago en heeft toen de bus naar Ferrol genomen.
Als genootschapsbestuurders onder elkaar besluiten we 1,5 km naar de gasolinera aan de snelweg te lopen om een pintje te gaan drinken. Vreemde paradox, de aanleg van wegen heeft veel achterland ontsloten, maar er ook voor gezorgd dat er veel dorpen zonder voorzieningen zijn. Auto's moeten af en toe tanken en daarvoor zijn er benzinestations, waar wandelaars in geval van nood ook hun toevlucht toe kunnen nemen.
De ontvolking bleek ook weer vandaag. 25 km gelopen. Er was een bar na 7 km, één na 11 km en dat was het. De laatste 14 km moest je dus zorgen wat te eten en drinken bij je te hebben. De laatste 7 km waren ook bijzonder. 6 km volledig rechtuit over een onverharde bosweg zoals je ze wel eens in de Ardennen ziet.

Dat was wel even wennen
ik houd veel van loofhout
maar zag alleen maar dennen

En vervolgens nog 1,5 km door een industriegebied om in Sigueiro (trema's er weer zelf bijdenken) te geraken.
Ik heb mijn zinnen gezet op een hostal maar dat is helaas vanwege reformas gesloten. Er zijn hier alleen prive albergues die 18 euro rekenen. Veel pelgrims vinden dat afzetterij omdat ze normaal 6 euro betalen, maar ze vergeten dat die andere albergues ook 18 euro kosten  alleen worden die andere 12 euro betaald uit subsidie van de Xunta en de inzet van vrijwilligers.
In een bakkerij vraag ik dan toch maar naar een albergue. De bakkersvrouw verwijst me naar een Bed & Breakfast.  Er is geen breakfast, maar voor 24 euro heb ik een kamer alleen in een soort postmodern interieur. Wel wifi, maar geen stoel om op te zitten.

Morgen de laatste etappe. 16 km naar Santiago. Daar rustig de tijd om de blog verder bij te werken en te vertellen hoe het verder is gegaan met Pedro, Antje en alle Italianen.

Tot slot nog een persoonlijke opmerking. Vandaag zou het de verjaardag van mijn vader geweest zijn (hij zou dan 101) geworden zijn.
Onder een viaduct zag ik vandaag een mooie tekening met als onderschrift:
Por los que ya no estan (voor hen die er niet meer zijn)

een bijzonder moment (helaas kan ik de foto niet uploaden)




maandag 22 september 2014

Schilderijen van de muren rukken

Tja, met zo'n accreditatie van een vaste volgster maak je nog eens wat mee. Sta juist 13 Antwerpse panelen uit de school van Rubens te bekijken als directeur Alfredo Erias eraan komt. Ik vertel dat er aan de achterkant een Antwerps handje op het hout te zien moet zijn (zie commentaar op den blog van gisteren), of hij trekt zijn colbert uit en begint de schilderijen van de muren te rukken. Ik zie niets, maar zoals mijn vaste volgster me leerde, kunstgeschiedenis is vooral kijken en Alfredo toont me twee handjes achterop het hout van een paneel van Santiago.

De rest van de dag verloopt helaas minder voorspoedig. Ontmoet Pedro uit Brazilie die ook op weg is naar Presedo. Besluit niet met hem samen te lopen, maar af en toe te groeten. Had ik dat de rest van de dag ook maar gedaan.
Vandaag gingen we echt het binnenland van Galicia in. In het enkele dorp op de camino is niemand op straat, om van een bar maar te zwijgen. Antje is al in de albergue van Presedo. Je moet de hospitalera bellen, maar als ik dat doe volgt een moeizaam telefoongesprek. Ze wil pas tussen 8 en half 9 komen, maar ik weet niet of ik er dan al ben. Van hoe laat tot hoe laat ik dan weg ben? Tja, dat weet in niet, daarom ben ik juist op vakantie.

In het dorp is niets, maar dan ook niets te beleven. Zelfs geen bar. Als ik een taxi bel om naar een meson te gaan, wil Pedro mee. Ik leg hem uit dat ik eerst bier wil drinken, vervolgens aan mijn blog wil werken om daarna te eten.
In de taxi (het bellen was mijn initiatief) gaat Pedro meteen voorin zitten en voert het hoogste woord met de chauffeur.
In het restaurant papt hij meteen aan met serveerster Alexandra. Het is nog veel te vroeg om te eten (de keuken is nog niet open) maar je kan al wel een Russische salade en een tortilla krijgen. en terwijl ik nog niet eens aan mijn bier zit, is Pedro al aan het eten.
Tja, ik heb het programma nog uitgelegd, maar sommige pelgrims denken alleen aan zichzelf.

Morgen is er weer een albergue in the middle of knowwhere, maar dat gaan we dan toch iets anders regelen.
En voor  al die volgens die maar opmerken dat ik steeds met vrouwen op pad ben. Je ziet wat ervan komt als je met een man op stap gaat.







Van Italianen kun je niet winnen

Maar je kunt wel van ze verliezen, aldus onze Nederlands/Spaanse filosoof J. Cruijff.

Kom ik gisteren terug van mijn blog schrijven in het café, zit de albergue vol met Italiaanse vrouwen, een Spanjaard uit Madrid en een echtpaar uit California.
Zijn allemaal in één keer uit Pontedeume komen stappen.
Tussen Antje en mij is een  vrouw uit Boston komen liggen. Ze denkt dat Rembrandt een ancestor van haar is en gaat daarom volgende maand naar het Rijksmuseum. Ze gaat samen met een vriendin die relaties heeft met het Pulitzer hotel, dus ze kan zich maar twee dagen veroorloven. Leuk zo iemand met relaties, die daardoor haar vriendin op kosten jaagt.
En ondertussen maken de Italianen steeds meer lawaai, allora, ayuto!! Nee, daar kun je niet van winnen.

Ondanks de rumoerige Italianen toch redelijk geslapen. Wel passeerde de ganse nacht een matriarchaat van schimmen langs mijn bed, op weg naar het toilet (en terug).

De etappe gaat vandaag 28 km naar Bruma. Dat is veel te ver, dus ik vertrouw maar op de herberg van Antjes vader. Inmiddels zelf informatie ingewonnen en er is inderdaad een Albergue in Presedo (halverwege Betanzos enn Bruma), hospitalera is Marie Jose. Er zijn geen voorzieningen in het dorp, maar voor 4 euro extra bezorgt Bar Julia een maaltijd in de herberg, of je kunt taxi Jorge bellen en er zelf gaan eten.
En in de herberg van Bruma is er ook niets, maar daar kun je diezelfde Bar Julia bellen (en wellicht diezelfde taxi Jorge).

De blog is vroeg vandaag. Zit in het café van Betanzos te wachten tot het museum open gaat. Eens kijken of ik met een accreditatie van mijn vaste volgster op zak de directeur te spreken kan krijgen.

Weet niet of er vanavond wifi in Presedos is, maar de blog van vandaag is er in ieder geval.
Misschien tot vanavond. En hopelijk bereik ik veilig de eindstreep want achter mij hoor ik de weervrouw over chubascos, tormentas en hoeveel litro por cuadrado er al gevallen is.
Moet maar snel een mandje eieren naar de Arme Klaren gaan brengen.! Wonen die hier ergens in de buurt, Mireille?





zondag 21 september 2014

Frau Antje: of hoe er aan het eind weer een Duitser wint

Vannacht eens een keer geen feestende Spanjaarden, maar slechts het ruisen der golven. Dat was ook het enige voordeel van het chique hotel. Wel tijd gehad om mijn kleren te wassen, maar die waren vanmorgen nog nat.

Het is weer meteen klimmen en ook de Arme Klaren laten zich weer van hun donkere zijde zien: regen. Bovenop een heuvel neem ik een pauze en daar zie ik een verlegen pelgrima aankomen. Verlegen, want ik ben dit meisje met dikke benen deze camino al een paar keer tegengekomen, maar afgezien van een korte groet kon er geen praatje af. Een mooie gelegenheid kennis te maken: Antje uit Duitsland. Ze vertelt  dat ze vannacht de enige in de pelgrimsherberg in Mino was. Enfin, heb ik door mijn keuze voor een hotel toch iemand wat privacy gegund.
Antje gaat weer verder.

Als in bij een bushalte pauzeer komt Antje weer langs. Ongemerkt ben ik haar dus gepasseerd. Ze vraagt of er een bus gaat, want ze heeft last van haar enkel. Nee, een bushalte betekent in Spanje niet dat er ook een bus langskomt, heb ik van mijn uitstapje naar San Andres de Teixido geleerd.
Antje gaat weer verder.

Voor me zie ik een splitsing. Rechtdoor gaat het stijl omhoog en rechtsaf naar beneden. Ik hoop dat de schelp rechtsaf wijst, maar nee. Het is rechtdoor en of het nog niet genoeg is trekken de Arme Klaren ook nog eens alle registers open. Ik schuil onder een boom. Vanaf de berg komt een jongen met ontbloot bovenlijf  de berg afgerend onder het uitstoten van onsamenhangende klanken. Hij begint een verhaal tegen me te schreeuwen. Ik kijk even naar zijn voeten om te zien of ik hier soms een ontmoeting met de duivel heb.   Dan komt er een vrouw - blijkbaar zijn moeder - van de berg die haar verontschuldigingen maakt en een praatje over het weer begint. Daar kan ik inmiddels van meepraten. Esta parando? vraagt ze. Nee, antwoord ik beslist: sigue lloviendo (het blijft regenen). Nee, die Arme Klaren krijgen mij niet meer gek.

In Betanzos neem ik de Albergue de Peregrinos. Jammer, maar Antje heeft vannacht geen prive slaapplaats. Camas, camas, camas (bedden) zegt de hospitalero als hij mij de slaapzaal wijst. Inderdaad, 16 stapelbedden aan de ene kant van een scheidingswand, 16 aan de andere. Ik ben blij dat ik de eerste ben. Dat voorkomt het probleem wat je zou moeten doen als Antje er al zou zijn. Kies je een bed aan de andere kant van de zaal, dan is het net of je contact mijdend bent. Kies je een bed dichtbij, dan zou dat wel eens bedreigend over kunnen komen.
Het is nu de keus aan Antje die vlak na me binnenkomt. Ze kiest een bed aan mijn kant van de muur, met één bed tussenruimte. Iets van haar motivatie wordt duidelijk als ze vertelt dat ze het afgelopen nacht helemaal niet zo leuk vond om als vrouw alleen de enige gast in de pelgrimsherberg te zijn.
Daar had ik nu weer niet aan gedacht.

Antje zou geen Duitse zijn als ze geen veel betere gids dan ik zou hebben (Der Weg is das Ziel). Ik mag hem een uurtje lenen en lees veel mogelijkheden om de dag van morgen naar Hospital de Bruma (28 km) wat te bekorten. Ongegeneerd worden de plaatsen opgesomd waar je een taxi zou kunnen bellen met daarna de schijnheilige zin: In Pilgerbureau in Santiago sollten sie better nichts von dieser Aktion berichten.

Volgens Antje is er morgen halverwege een hostal, maar zelfs in de gids van Antje kan ik die niet vinden. Ik vraag hoe ze aan die informatie komt. Van haar vader. Tja, wie ben ik om met haar vader te gaan discussieren want hoe dan ook: aan het eind wint er een Duitser.

P.S. Voor mijn vaste volgster. Museo das Marinas was inderdaad vandaag dicht, maar volgens het bordje op de deur morgen vanaf 10.00 uur open. Ik wacht wel tot die tijd.









zaterdag 20 september 2014

Een Engelse op de camino Ingles

Sloot ik gisteren in mijn hostal in Pontedeume juist mijn blog af en wilde naar de mis in de Santiago-kerk gaan, vraagt Chloe of ze erbij mag komen zitten. Een veel voorkomend probleem voor de pelgrim, weten we inmiddels uit de mirakelen van Sint-Jakob. Je bent vol vrome gedachten op pad en dan komen er allerlei verleidingen op je weg. Chloe (het trema er even zelf bijdenken, want ook de alt-toetsen reageren niet) is 22, komt uit London en heeft haar boy friend thuisgelaten, want ze wil mensen ontmoeten. Een verstandig meisje.
Wie is die Saint James eigenlijk? wil ze weten. Tja, wat moet je daar nu weer op antwoorden? De moderne mens gaat zonder historisch besef op pad. Enfin, het hele verhaal maar verteld als ware ik zelf op het Iberisch schiereiland aan het prediken. Hopelijk zo mijn zonde weer wat goedgemaakt.
Vervolgens samen gegeten en zo werd het met de verhalen over onze apostel nog een gezellige avond.

Tja, als je woensdag Daphe ontmoet, moet je daarna Chloe wel ontmoeten. Vanmorgen Maria ontmoet, benieuwd of ik nu morgen Jozef ga zien.

Vanochtend was het minder geslaagd. De Arme Klaren waren weer flink met mijn voeten aan het spelen. De barman had juist vakkundig een bocadillo jamon voor me gemaakt (hij sneed vakkundig stukken ham van een varkensdeel op een statief) tot hij naar buiten keek en zei: Agua. Het was net als gisteren, lekker droog zitten ontbijten en precies op het moment dat je weg wilt gaan, gaat het regenen.

Vanuit Pontedeume gaat het stijl omhoog. Na die eerste dag van gisteren waarop ik teveel had gelopen, ben ik nog steeds moe. Het gaat ook steeds harder regenen. Bovenop de heuvel staat Chloe te schuilen. We lopen even samen verder, maar haar tempo ligt duidelijk hoger. Of het goed is dat ze vast doorloopt naar Betanzos? Is that how it works on the camino? Ja Chloe, zo werkt dat. Geen probleem en ik ben blij dat ik weer in mijn eigen tempo kan lopen. Dat tempo zakt steeds meer en als ik na 12 km Mino kom binnengestrompeld (de tilde boven de n er zelf bijdenken) besluit ik hier te blijven. Neem mijn intrek in een chique hotel aan zee, maar eigenlijk heb ik daar al weer spijt van.
De goedkope hostals zijn zeker zo gezellig.

De hele middag voel ik de vermoeidheid in mijn benen. Een goede les voor de volgende keer, eerst trainen en de volgende keer rustig beginnen op de eerste dag. Dingen die ik al lang weet, maar toch handel je er niet naar.

P.S. Helaas zijn de volgende blogs zonder plaatjes. Mijn software is inmiddels verouderd en ondersteunt de blog onvoldoende, maar door die verouderde software kan ik onderweg ook geen nieuwe uploaden. De paradox voor de moderne mens.










vrijdag 19 september 2014

En aan het eind wint er een Duitser

Erg veel problemen met den blog. Ben bang dat het aan mijn hardware ligt. Problemen van de moderne mens. Enfin, we gaan het nog maar eens proberen.


Vanmorgen lekker droog zitten ontbijten, daarna begon het te regenen. Ontmoet Maria uit Beieren.
Ze is in San Sebastian begonnen en volgt de kust. Tja, vandaag is het mijn eerste dag. We lopen tot het middaguur samen, maar dan neem ik afscheid. Ze loopt te snel. Het is net voetballen of een wieleretappe in de Tour of de Vuelta: aan het eind wint er een Duitser.




Ik neem nog maar een koffie, een cola en een fles water om mee te nemen. Ik reken een belachelijk klein bedrag af en als ik buiten mijn rugzak sta in te pakken brengt de barfjuffouw me een taps: patatas bravas. Erg lekker, maar je krijgt er wel dorst van. Dus maar weer wat te drinken besteld. Ja, zo blijf je consumeren en wordt er niet gelopen en dat zou eigenlijk wel moeten.


De camino gaat stijl omhoog over allerlei bospaden. Het gaat weer harder regenen en dan is er op de top een industriegebied en ook nog een omleiding. Ik heb er 20 km op zitten en het is eigenlijk wel genoeg. Uitgeput zijn en dan over een verlaten industriegebied lopen in de stromende regen. Hoe diep kan een mens zakken?
Aan het eind van het industriegebied is het scherp linksaf naar de doorgaande weg en net voor je die bereikt wordt je een bospad ingestuurd. Dat gaan we dus niet doen. Ik loop naar de doorgaande weg en daar vind ik wat ik hoopte te vinden: een bar. Eens even naar de resterende afstand geinformeerd: 7 km. Dan de alternatieven: over 2,5 uur gaat er een bus. Dat wordt dus weer een taxi. Voor 1 euro per km brengt Juan me naar Pontedeume. Hij wil me eerst naar een driesterrenhotel brengen, maar ik vind 1 ster ook wel genoeg. Voor 15 euro krijg ik een soort kloostercel maar tegen het plafond een klein venstertje. En om het compleet te maken, klinkt om elk kwartier de klok van de San Nicolas kerk.


Enfin, het is een lekker rustige camino. Behalve Maria nog 3 pelgrims gezien.


Het plaatsen van dit bericht is ook gelukt, maar ik ben bang dat het de rest van de week zonder plaatjes moet.